Zonnepanelen: Verzekeraars zoeken balans tussen preventie en kosten

Zonnepanelen zijn hot; letterlijk en figuurlijk. De grote woningbrand in Arnhem afgelopen juni kan zorgen voor meer preventiemaatregelen- en eisen voor eigenaren. Tijdens het blussen van die brand werkten de zonnepanelen als een soort van paraplu. De zonnepanelen lagen op het gehele dak en dicht tegen elkaar aan. Bluswater dat op de daken werd gespoten, liep er daarom net zo hard weer af. 

Wanneer er brand ontstaat in een PV-systeem, gebeurt dat volgens TNO in een derde van de gevallen bij zogenaamde in-daksystemen; zonnepaneelinstallaties die in het dak zijn verwerkt en dus een deel van de dakpannen vervangen. De zonnepanelen liggen als een soort paraplu over het dak en de brand woedt onder die paraplu. Het is lastiger om te blussen volgens de brandweer omdat er geen water bij kan komen.  Een andere oorzaak is dat er meer 'onervaren installateurs' op de markt zijn. Maar ook achterstallig onderhoud of onvoldoende schoonmaak van de zonnepanelen speelt mee.

Wanneer er brand ontstaat, is het grootste gevaar van deze branden dat er vlijmscherpe glasstukjes van zonnepanelen vrijkomen. Een gevaar voor de volksgezondheid. Deeltjes kunnen in de voedselketen komen, bij dieren in hun maag terechtkomen of bij spelende kinderen voor snijwonden zorgen.

De verzekeringsbranche wil uiteraard de risico’s van zonnepanelen beperken door preventieve eisen te stellen die de kans op brand verkleinen. Verzekeringsmakelaar Meijers, adviseert corporaties op dagelijkse basis op het vlak van zonnepanelen (PV-installaties) en het voorkomen van (brand)schades. We leggen vijf preventieve maatregelen uit die zorgen voor een aanzienlijk kleinere kans op schade.

Preventieve eisen bij meer dan 25 panelen
Op daken met een zonnepaneleninstallatie met een groter vermogen dan 5kVA (circa 25 à 30 panelen), moet de eigenaar aan aanvullende preventieve eisen voldoen. Verzekeraars gebruiken hiervoor een checklist waarin de eigenaar verklaart dat het dak met de panelen aan de eisen voldoet.

Deze 5 punten zorgen voor een acceptabele PV-installatie:

1. Akkoordverklaring constructeur
In deze akkoordverklaring (geen berekening) staat dat de constructie geschikt is om het (extra) gewicht van de installatie te dragen. De eventuele aanpassingen die de constructeur noodzakelijk acht, moeten zijn uitgevoerd.

2. Vlamboogdetectie
Als het dak kunststof isolatiemateriaal bevat dan móet de PV-installatie zijn voorzien van vlamboogdetectie. Uitzonderingen hierop zijn:

• Sandwichpanelen die zijn opgebouwd met een FM-goedgekeurd PIR.
• Panelen met een onbrandbare laag tussen de kunststof isolatie en de panelen in de vorm van 40 mm grind, 65mm steenwol of een volledig dichtgelegde laag betontegels.

Verzekeraars raden vlamboogdetectie overigens wel aan bij daken zonder kunststof isolatiemateriaal.

3. Omvormers in niet-brandbare omgeving
Het is noodzakelijk om de omvormers op een niet-brandbare ondergrond aan te brengen. Worden de omvormers inpandig geplaatst? Dan moet minimaal 2 meter rond de omvormers vrij zijn van brandbare materialen. De ruimte mag niet stoffig zijn en moet voldoende geventileerd zijn, volgens de voorschriften van de leverancier van de omvormer. Dringend advies is om boven de omvormer(s) rookdetectie met doormelding aan te brengen.

4. SCIOS Scope 12 keuring
Een SCIOS Scope 12 is een inspectiemethode van zonnestroominstallaties die op initiatief van het Verbond van Verzekeraars, Holland Solar en inspectiebedrijven* is ontwikkeld. De schadelast nam in het verleden toe door de grote groei van elektrotechnische installatiebedrijven van zonnestroominstallaties zonder hoogwaardige kwaliteit en kunde. Onderzoek toont aan dat branden bij zonnestroominstallaties meestal een elektrotechnische oorzaak kennen. Goedkeuring volgens SCIOS Scope 12 is verplicht na aanleg van de installatie. Net als het herstel van eventuele gebreken binnen 4 maanden. Denk bijvoorbeeld aan de bepaling dat de + en – bekabeling gescheiden moeten worden gelegd.

5. Verplichte en preventieve brandscheidingen
Brandscheidingen moeten intact blijven en de PV-installatie mag deze niet negatief beïnvloeden. Tussen de brandscheiding en de zonnepanelen moet er minimaal 2,5 meter afstand zijn. Bekabelingen mogen alleen over en door brandscheidingen lopen, als die daarbij de oorspronkelijke brandwerendheid van de scheiding niet negatief beïnvloeden. Alleen brandwerende doorvoeren zijn toegestaan.

Schakel altijd met uw verzekeringsmakelaar bij aanleg van een zonnepaneelinstallatie
PV-installaties zijn goed voor het milieu en besparen geld maar kunnen ook brand veroorzaken. Daarbij kan, behalve schade aan de installatie zelf, ook grote schade ontstaan aan het gebouw, de inboedel, inventaris of zelfs erger (letselschade). Meijers adviseert relaties om altijd direct contact op te nemen wanneer er ontwikkelingsplannen zijn voor het aanleggen van zonnepaneleninstallatie. Meijers schakelt dan als verzekeringsmakelaar met de verzekeraars over de verzekerbaarheid van het aangeboden risico. Dit kán voorkomen dat er dan nog aanvullende eisen worden gesteld door de verzekeraars aan de installatie of het dak, op basis van de situatie. En dat de klant achteraf met vervelende verrassingen wordt geconfronteerd, zoals gemaakte kosten die niet blijken te helpen bij de verzekerbaarheid van het risico. Zo spannen wij ons samen met onze relaties maximaal in om de kans op een brand te beperken.

 * (vanuit de brancheorganisaties iKeur en Techniek Nederland)

Vragen?
Wij delen graag nieuwe inzichten en de laatste ontwikkelingen op dit vlak. Heeft u vragen? Neem dan contact op met uw Meijers accountmanager. Wij helpen u graag!