Allianz: 5 punten voor een acceptabele PV-installatie
Zijn er op het gebouw zonnepanelen aanwezig? Laat dan een SCIOS Scope 12 keuring uitvoeren. Dit is een inspectie door een SCIOS gecertificeerde inspecteur die kijkt naar brandrisico's en de elektrische veiligheid van de zonnestroominstallatie. Hieronder leest u een toelichting op de Allianz voorwaarden “5 punten voor een acceptabele PV-installatie”.
1. Akkoordverklaring constructeur
Geen berekeningen, alleen een akkoordverklaring noodzakelijk dat de constructie geschikt is om het (extra) gewicht van de installatie te dragen. De eventuele aanpassingen die volgens de constructeur noodzakelijk zijn aan de constructie moeten zijn uitgevoerd.
2. Vlamboogdetectie
Als het dak kunststof isolatiemateriaal bevat, dan moet de PV-installatie zijn voorzien van vlamboogdetectie. Uitzonderingen hierop zijn:
- Sandwichpanelen die zijn opgebouwd met een FM-approved PIR.
- Als tussen de kunststof isolatie en de panelen een onbrandbare tussenlaag in de vorm van 40 mm grind, 65mm steenwol of een volledig dichtgelegde laag betontegels is aangebracht.
Ook bij daken zonder kunststof isolatiemateriaal is vlamboogdetectie aan te raden.
3. Omvormers
Omvormers moeten op een niet brandbare ondergrond worden aangebracht. Bij inpandige omvormers moet het rondom de omvormer minimaal 2 meter vrij zijn van brandbare materialen. De ruimte mag niet stoffig zijn en moet, conform de voorschriften van de leverancier van de omvormer, voldoende geventileerd zijn. Dringend advies is om boven de omvormer(s) rookdetectie met doormelding aan te brengen.
4. Scios Scope 12 keuring
Na aanleg van de installatie moet deze worden gekeurd conform Scios Scope 12. Eventuele gebreken moeten binnen 4 maanden worden hersteld.
Let op dat de + en – bekabeling gescheiden moeten worden gelegd.
5. Brandscheidingen
Brandscheidingen moeten intact blijven en mogen niet negatief beïnvloed worden door de PV-installatie. Houd tussen de brandscheiding en de zonnepanelen minimaal 2,5 meter afstand. Bekabelingen alleen over en door brandscheidingen voeren, als daarbij de oorspronkelijke brandwerendheid van de scheiding niet negatief beïnvloed wordt. Maak gebruik van brandwerende doorvoeren.